‘Ik heb vaccinatie-angst’, mailde de man. Tja, er is een behoorlijke tweedeling in de wereld als het om vaccineren gaat, ging er door mij heen. Ik raakte nieuwsgierig hoe deze angst voor het vaccin hem in zijn macht had. Al snel bleek dat de angst niet zat in het vaccin an sich -de man wilde júist heel graag het vaccin- maar hij had grote angst voor de naald. Er was sprake van prikangst – ook wel injectiefobie of naaldangst genoemd.
Klamme handjes en een bleek gezicht.
‘Ik kijk er zo tegenop! Ik krijg het al benauwd als ik eraan denk’ vertelde hij over de telefoon tijdens ons eerste contact. Bij uitvragen bleek de angst al een langere tijd te bestaan. Als kind hebben ze hem met 3 man moeten vasthouden, toen hij met 9 jaar zijn inenting kreeg van het RIVM (alle kinderen krijgen met 9 jaar de DTP-prik aangeboden). Later is zijn hand door een val met zijn brommer gehecht, hij herinnert zich die pijn van de verdovingsprikken nog als de dag van gister. Toen zijn vrouw tijdens de bevalling een infuus ingebracht kreeg, was híj degene die flauw viel; het zien van een naald, roept al heftige angstgevoelens op.
Vet zielig eigenlijk…
Heb je al angst, is het prikken ook nog eens extra lastig, omdat je vaten zijn vernauwd dóór de angst. De kans dat je pijn en ‘gedoe van het niet kunnen vinden van de ader’ ervaart is dan ook groter.
Angst voor injectienaalden kun je het grootste deel van de tijd vermijden. Daarmee is er voor veel mensen ‘mee te leven’. Totdat het moment daar is dat vermijden niet meer kan, of -in het geval van deze man- hij klem komt te zitten tussen zijn wens/behoefte en zijn angst.
Dat is het moment dat veel mensen de stap zetten naar hulp. Stel dat je de angst inschaalt op een schaal van 0-10. Er zijn mensen die helemaal geen enkel greintje angst ervaren bij prikken en er zijn degene die panisch worden; zij hebben een duidelijke aanhoudende overdreven angst voor prikken.
Ben je vooral bang voor de naald, de pijn, het doorboren van de huid of ook voor bloed, verwonding en flauwvallen?
Prikangst kan op zichzelf staan: het zien van een naald en het doorboren van de huid. Het zien van bloed en verwondingen zijn dan niet het probleem. Het gaat gepaard met control verlies wat iemand beangstigt. Daarom helpt het sommigen om de prik zelf te zetten, of juist niet.
Prikangst kan ook samengaan met angst voor bloed, naalden en verwonding. Voor mensen die hieraan lijden, is het met name lastig dat de situaties veel minder voorspelbaar zijn. Je kan immers zomaar geconfronteerd worden met bloed/een verwonding. De meeste mensen met prikangst lijden aan deze vorm, welke gepaard gaat met angst voor flauwvallen. Je ziet over het algemeen bij deze mensen een verhoogde ‘walgingsfactor’ in het algemeen; dingen worden al snel als vies bestempeld.
‘Je bent er niet mee geboren.’
Dit is een bekende uitspraak binnen een EMDR-behandeling. We worden al op hele jonge leeftijd met naalden geconfronteerd in het consultatiebureau bij het inenten. Angst in het algemeen ontstaat door een negatieve ervaring, je kan van je ouders een angstigere aanleg hebben meegekregen in je genen en/of je bent ermee besmet geraakt, nadat je het hebt gezien bij iemand.
Wat helpt? Onderstaande algemene tips hebben onderliggend het uitgangspunt dat zelf bepalen en binnen de spannende situatie ergens zelf de controle in kunnen hebben, bijdraagt aan het verminderen van de angst.
- Voorbereiding: met kinderen kan het prettig zijn om met tekeningen/pictogrammen/platen de stappen van het prikken uit te leggen.
- Vast ritueel; als prikken een dagelijks ritueel is, kun je met het kind het dagschema/avondschema opstellen, waarin het kind zelf bepaald wanneer hij/zij de prik wil; bijvoorbeeld na het douchen of juist ervoor, of liever vlak na het eten?
- Overleg, wel/niet aftellen voor de prik.
- De huid verdoven met stevige druk vooraf, een ijsblokje of verdovingszalf.
- In extreme gevallen kan angst remmende medicatie of lachgas toegediend worden. Dit wordt uiteraard door een arts beslist.
Laten we vervolgens de groep opsplitsen in 2 delen.
1. Mensen met enkel prikangst.
- Afleidingsmaterialen 1: Neem verschillende materialen mee en laat het kind zelf kiezen welk materiaal hij/zij wil gebruiken, zodat negatieve prikkels zoals angst en pijn geen ruimte meer krijgen. Bijvoorbeeld met (sensomotorische) materialen (momenteel zijn de fidgets favoriet in de behandelkamer); boekjes met geluid; bellenblaas, stressballetjes.
- Afleidingsmaterialen 2: Blazen tegen een papieren molentje en bellenblaas hebben daarin een dubbelfunctie: de ademhaling wordt daarmee gereguleerd wat ontspanning kan bieden voor het hele lichaam.
- Afleidingsmaterialen 3: Geleide fantasie-oefeningen
- Afleidingsmaterialen 4: Je telefoon. Muziek luisteren. Spelletje doen.
2. Mensen met prikangst met angst voor bloed, naalden en verwonding die een verhoogde kans op flauwvallen hebben.
Mensen met een verhoogde kans op flauwvallen zouden eigenlijk niet moeten kiezen voor de afleidingsmaterialen, maar juist voor de spierspanningsverhogende interventies. Bijvoorbeeld:
- Spierspanningsverhogende interventies zijn zeer zinvol, zoals vuisten maken, schouders optrekken, je benen strekken, jezelf in de stoel trekken om de kans op flauwvallen te verminderen.
- Vooraf (zout) water drinken, drop en zoethout zorgt voor een stijging van de bloeddruk waardoor de kans op flauwvallen verminderd wordt.
Naaldangst is in 1994 officieel erkent en opgenomen in het diagnostisch handboek, de DSM-IV. Volgens het handboek diagnostiek de DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual) kan het worden aangeduid als een specifieke fobie, en wel het subtype, bloed, injectie- en verwondingsfobie.
De naaldangst bereikt volgens de DSM-IV fobische intensiteit als de klacht voldoet aan de volgende criteria:
A. Duidelijke en aanhoudende angst die overdreven of onredelijk is, uitgelokt door de aanwezigheid van of het anticiperen op een injectie of injectienaald of medische omgeving die daarmee geassocieerd wordt.
B. Blootstelling aan de situatie veroorzaakt bijna zonder uitzondering een onmiddellijke angstreactie, die de vorm kan krijgen van een paniekaanval.
N.B.: Bij kinderen kan de angst naar voren komen in de vorm van huilen, woede-uitbarstingen, verstijven of vastklampen.
C. Betrokkene is zich er van bewust dat de angst overdreven of onredelijk is.
N.B.: Bij kinderen kan dit kenmerk ontbreken.
D. De fobische situatie(s) worden vermeden of anders doorstaan met intense angst of lijden.
E. De vermijding, de angstige verwachting of het lijden in de gevreesde situatie belemmert in significante mate de normale routine, het bezoeken van gezondheidsdiensten, het beroepsmatig functioneren (of de studie of beroep), of sociale activiteiten of relaties met anderen, of er is een duidelijk lijden door het hebben van de fobie.
F. Bij personen onder de achttien jaar is de duur ten minste zes maanden.
G. De angst, paniekaanvallen of fobische vermijding die samengaat met een specifiek voorwerp of situatie is niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis.
Over het algemeen is de angst het sterkst bij kinderen en jongeren, de angst zwakt veelal af naarmate mensen ouder worden. Als dit niet voor jou geldt:
Hoe ziet een behandeling van prikangst eruit?
Allereerst zal ik je de vraag stellen ‘wat is er met je gebeurd?’. Een nare prikervaring is heel helder, maar in sommige gevallen is de link tussen de angst en de prik niet zo 1-2-3 duidelijk. De moeilijkheid bij deze vorm van angst dat normaal gesproken exposure (net zolang in de situatie blijven totdat de angst uitdooft) lastig is, omdat de prik maar heel kort duurt. EMDR-behandeling biedt uitkomst op het verminderen van de lading op het rampscenario dat iemand in zijn hoofd heeft.
Vervolgens is het oefenen. Gaan doen waar je bang voor bent en merken dat waar je bang voor bent, niet gebeurt. En als het wel gebeurt, dat je er dan ook wel weer mee kan dealen en de wereld niet vergaat.
Soms is het prettig dit gradueel te doen; het maken van een angsttrap kan helpend zijn.
Wat zijn de stapjes richting je einddoel. Bijvoorbeeld eerst in een neutrale setting eens de materialen bekijken. Welke verschillende naalden zijn er, waar dienen ze voor? Filmmateriaal van prikken of bloed en/of exposure in het ziekenhuis kan een volgende stap zijn; de rit erheen, de geur, de uniformen kan allemaal voor verhoogde spanning zorgen.
Er zijn ook mensen die na 1-3 sessies EMDR gelijk de prik aandurven. Anderen benaderen een speciale prikcoach in het ziekenhuis.
Want wat als je toch flauwvalt tijdens het prikken?
Tja, dan lig je daar lekker in je eigen bubbel… in een prikstoel… Als je geluk hebt, wordt je stoel plat gelegd en je benen omhoog gehouden (dan hoeft degene die je prikt, niet zo lang te wachten. Het bloed stroomt zo sneller naar je hoofd)… en dan kom je vanzelf weer bij.
That’s it. Niets meer. Niets minder.
Hoe het afliep…
Na de telefonische kennismaking hebben we de klachten en ervaringen geïnventariseerd op een tijdlijn. De eerste ingrijpende gebeurtenis (de inenting met 9 jaar) hebben we als eerste met EMDR aangepakt, waarna ik ook de de andere twee gebeurtenissen met het standaardprotocol behandeld heb. Dit kon allemaal in 2 sessies. De derde sessie hebben we gebruikt om te checken hoe hoog de spanning nog was en of in de tussentijd geen nieuwe herinneringen opgekomen waren. Dat bleek niet het geval en hebben we met behulp van de Flash Forward techniek en een Mental Video Check het toekomstig beeld ook onder handen genomen: hij stelde zich voor dat hij met de auto naar de plek reed waar de vaccinatie gezet zou worden en hoe het vervolgens allemaal in zijn werk ging. Op momenten dat de spanning te hoog opliep, deed ik een set afleiding.
Een paar weken later belde de man mij op: hij had zijn vaccinatie gehaald! Het was geen pretje, maar hij was niet flauwgevallen. De spierverhogende interventies gaven hem het idee controle terug te hebben over zijn lichaam. Hij had vooraf ‘een grote zak drop leeggevreten’ en ook maar ‘een cup a soup erin gemikt’. Dat de man nu nierproblemen opgelopen heeft, nam hij op de koop toe…
Geintje ;-).
Hulp nodig bij het verminderen van je prikangst?
Geraadpleegde bronnen: